We vertrekken om zeven uur om zodoende vóór de vrachtwagens te zijn bij de grensovergang want het wordt toch al een lange dag qua wachten. Het winkeltje in het hotel had inshalla gezegd toen hij beloofde dat de winkel om zeven uur open zou zijn voor brood. Ik denk dat Allah er geen zin in had want de winkel zit om zeven uur nog potdicht. Dan maar zonder brood op pad we komen nog wel iets tegen. In konvooi rijden we naar de grens en komen amper een tegenligger tegen, als ik in mijn]
Buitenspiegel kijk is het een prachtgezicht, ons slingerende konvooi door dat bizarre landschap. Ontplofte borsten lijken de bergjes wel en dat gaat maar door met ons als kleurig geheel er tussen door. We bereiken de grens en moeten eerst Marokko uit zien te komen, daar begint onze eerste uitdaging. Het werkt zo bij de grens je moet er als persoon uit, en daarna moet je de auto uitklaren. Dan is er ook nog verschil tussen de politie en het leger, dus bijna alles moet twee keer en dat is alleen maar om het land uit te komen. Daarna het zelfde ritueel om Mauritanië binnen te komen. We staan om half negen bij de grens en moeten ons in rijen opstellen. Gelukkig staat onze Mauritaanse gids Bomba op ons te wachten want die is een geweldige hulp bij alle douaneformaliteiten. Jan staat 30 centimeter teveel naar links en er wordt heftig gefloten door een of andere beambte die graag zijn fluit gebruikt. Ja als je hem hebt moet je hem gebruiken ook. Er zit een groot hek dicht en we moeten wachten tot die open gaat. Ik help (samen met Herman) Jan met het verzamelen van de paspoorten en we checken de lijst om te kijken of alles klopt. Beter van te voren checken dan te worden geconfronteerd met een beambte met een grote pet op die een stok vindt om ons te slaan. We moeten naar een eerst naar een loket waar de auto wordt opgeschreven in het grote boek en vervolgens naar het loket waar de paspoorten worden gecontroleerd en dat duurt een behoorlijke tijd, er moet worden gestempeld en iedereen moet in de ogen worden gekeken voordat hij/zij het paspoort terug krijgt. Grappig dat ze ons niet met onze achternaam oproepen maar met onze officiële eerste naam, dus ik ga in Marokko als Catharina door het leven. Vervolgens gaan we de auto uitklaren dus eerst een mijnheer bij de auto’s die een handtekening moet zetten op het document dat je de auto hebt ingeklaard in Marokko. In de tussentijd loopt er een militair met een hasjhond rond die aanslaat op stukjes smeerkaas in een doosje en daarna naar de douane om de auto uit te klaren. Het volgende loket is aan de beurt, paspoorten weer inleveren bij de militairen en daar opnieuw iets ik weet niet wat doen. Uiteindelijk klopt alles en mogen we door naar de Mauritaanse grens. We rijden door niemandsland en het lijkt wel alsof hier duizend bommen en granaten zijn ontploft. Oude auto’s die er verlaten bij staan, restanten televisie onderdelen, oude computers, autowrakken en voor de rest desolaat. Je moet niet afwijken van het pad wat de gids uitzet want overal liggen mijnen, daarom is het gebied op de kaart ook rood gekleurd, wat betekent gevaarlijk. Er zit een auto vast in het zand en die moet er uitgetrokken worden, we moeten dus even wachten en kunnen even wat foto’s nemen op een oud autowrak. We bereiken de grenspost van Mauritanië en moeten de auto’s neerzetten. Alle paspoorten weer inleveren en naar het eerste loket, daarna in de rij voor het maken van vingerafdrukken. In een ontzettend vies en rommelig kantoor staat een supersonische vingerscan en we komen één voor één aan de beurt. Linkerhand vier vingers, rechterhand vier vinger en de tweed duimen, vervolgens nog even een pasfoto en het is gebeurd. Het werkt niet zo wie het eerst komt is het eerst aan de beurt en er worden dus veel mensen tussendoor geholpen. De auto’s moeten worden ingeklaard en we moeten weer naar een ander kantoor om een vingerafdruk te laten maken en te checken of het overeenkomt met die van daarnet. Bij mij dus niet en ik wordt het hok weer uitgestuurd. Maar het komt allemaal goed en uiteindelijk wordt ik handmatig ingevoerd en mag ik ook door. Als we eenmaal zover zijn dat we mogen gaan rijden zijn we 6 uur in de bloedhitte verder. We rijden onder leiding van Bomba door naar Bôu Lanour waar we zullen overnachten. Speciaal voor ons heeft men in het dorp verderop in het zand een gigantische tent opgezet waar we zullen verblijven. Eerst lucht uit de banden laten lopen voordat we door het zand gaan rijden. Bomba die een oogje heeft op mij heeft bij Jan aangegeven dat hij de Mercedes door het zand wil rijden en ik zie dat helemaal niet zitten dus wip ik gauw de auto uit en neemt Threes het van mij over. Maar Bomba is niet zo heel moeilijk en binnen een minuut ligt zijn hand op een gevaarlijke hoogte op Threes haar bovenbeen. Threes neemt maatregelen en legt het een en ander op kruishoogte. Bomba geeft het op en ontdekt de radio die hij keihard aanzet. Toevallig staat er op de stick ach vader lief toe drink niet meer aan en dat schalt keihard door de zandduinen als de Mercedes aankomt op de bestemming. Tegen een zandduin aan hebben de dorpsbewoners een gigantisch groet tent neergezet. Ze zijn er al weken mee bezig geweest en hebben van twee grote tenten een giga tent gemaakt. Overal liggen tapijten op de grond en er liggen matrassen en kussens. De binnen kant van de tent is bewerkt met stukken gekleurd katoen het is een sprookje, nog wel! We worden verwelkomt met Mauritaanse thee, het maken van de thee is een hele ceremonie en kan tot minstens een uur duren en dat doen de Mauritaniërs drie keer per dag. Ze gebruiken ook geen gewone suiker maar hakken stukken af van hele grote suikerbonken. De zandduinen waar we tegen aan staan zijn prachtig en ik wil een stukje gaan lopen maar dat komt er niet van ik kom twee Mauritaanse dames van “de catering” tegen en raak daarmee aan de praat. We zitten op een zandduin en zijn alle drie in het blauw gekleed, grappig. Natuurlijk heeft er één pijn en moet ik een doosje paracetamol doneren. Dat doe ik en ik geef ook wat dingen voor de kinderen. Ik hoor steeds een raar geklik en kom er achter dat het als een goedkeurende klik wordt gebruikt om dingen te bevestigen. Ik ga weer verder en we gaan eten, couscous met iets van vis. Grote schalen komen er op tafel en daar scheppen we uit op. Het is lekker en ik laat het me goed smaken. We krijgen een film over Mauritanië te zien, wat is dat een mooi land zeg. Jammer dat het grootste deel van het land niet bereisbaar is omdat het te gevaarlijk is, ik zou er graag doorheen reizen. Ondertussen is het steeds harder gaan waaien en het zand waait aan alle kanten naar binnen, alles ligt onder het zand. We verplaatsen onze matrasjes naar een ander deel van de tent om minder zand te vangen maar echt veel haalt het niet uit. Ik duik eerst de duinen in voor een plasje en een grote bah en kan dan mijn slaapzak in. Ik voel zand overal zand. In mijn oren, op mijn kussen, in de slaapzak, op mijn gezicht, ik ga vast van zand dromen. De hele nacht lig ik onrustig in mijn slaapzak en ik moet ook nog een plas doen. Als ik naar buiten ga is de sterrenhemel nog mooier dan de vorige keer, ik geniet van de hemel als ik naar boven kijk.