Ik wordt wakker als Rina op mijn deur klopt en zegt iedereen heeft al ontbeten. Ik spring uit mijn bed en zie dat ik door de wekker heen ben geslapen. Dat heb je met zo’n luxe bed. Ik duik onder de douche en kleed me gauw aan. Sper me naar het ontbijt waar Rina een bordje voor me heeft klaar gemaakt. Kan ik snel nog even wat eten. Ik kan het nog water koken voor de thermosfles en ben precies op tijd klaar. We rijden met team groen mee en volgen hun uitgestippelde route. Grappig, die is anders dan de route die wij altijd rijden. Ik ben benieuwd. St. Louis uitrijden is altijd een bijzondere ervaring. We rijden een stuk langs het water en daar is het net een krioelende bijenkorf. De houten open boten, die gigantisch groot zijn zijn allemaal beschilderd, prachtig! Ze hebben er ware kunstwerken van gemaakt.
Er liggen ook oude kapotte of verrotte tussen. Voor de boten op de wal zijn primitieve winkeltjes gebouwd least het een drukte van jewelste is. Paard en wagens komen eraan om spullen te lossen of spullen af te leveren. Ik zie mannen met balen rijst op hun hoofd naar de boten lopen, door het water, hoe zwaar moet dat wel niet zijn. Tussen de gebouwtjes hangt de schone was te drogen, ik hoop dat de penetrante visgeur niet in de was gaat zitten. Kinderen spelen, de geiten lopen er tussendoor, vrouwen zitten bij elkaar op de stoep, mannen bij elkaar onder afdakjes. Het is negen uur en het leeft alweer. We rijden de stad uit en gaan de brug weer over, en route! We pakken de kustweg en dat is leuk omdat wij die nog niet hebben gereden. Prachtige route met een goede weg, maar het kan niet anders dat het gaat veranderen want de routeplanner geeft aan dat we over de laatste 100 kilometer drie uur gaan doen. Ik zie overal bergen van gelijke maat afval, als we er vlak langs rijden blijkt het geen afval te zijn maar bergen kleding oude lappen die liggen te drogen. Ik ben benieuwd wat ze daar mee gaan doen. We stoppen voor een kopje koffie en gaan weer verder. Al gauw snap ik de routeplanner, er is weinig van de weg over, gaten hobbels en kuilen, langzaam bewegen we ons voort over de weg die eens weg was. Ik heb het idee dat de uitlaat te laag hangt en de auto te zwaar beladen is, we horen bij iedere kuil en bobbel iets schrapen over de weg. Ik overweeg straks over te stappen naar een andere groep, dat scheelt gewicht en zal helpen. Groep blauw staat even te pauzeren en ik maak daar gebruik van en stap overmaat Theo en Terry. We stoppen bij een boulangerie en drinken oploskoffie die overigens goed smaakt, Priti krijgt een beetje koud water over zich heen gegooid en voelt zich erg verfrist. We kunnen weer door. Op naar Lac Rose, het meet wat ik nog nooit rose heb gezien! Volgens Moussa onze andere gids is het meer in November/ December wel rose. Dan toch maar een keer later, dat ga ik doen als ik de Challenge niet meer organiseer, de tijd nemen om een uitgebreide rit te maken en langer te kunnen blijven hangen als het de moeite waard is. We rijden af en toe door kleine dorpjes waar het een drukte van jewelste is, marktjes, stalletjes op de stoep, er wordt van alles verkocht. Op houtskool worden pinda’s geroosterd. Ze worden omgeschept in een pan met zand. Zo lekker als je deze vers gebrande pinda’s eet, daar kan geen Duyvis tegenop. De natuur wordt steeds groener en groener, ook veel palmbomen. Ik zie nog geen baobab bomen, die zie je wel als je door het binnenland gaat. De drempels die ze hier overal op de weg hebben geplaatst om snelheid te minderen lijken wel op bergen, zo hoog! Theo ziet er een over het hoofd en we klappen er echt over heen, gelukkig gaat alles goed. Eindelijk zie ik de eerste baobab bomen verschijnen. Een boom met een ongelooflijke dikke stam die smal toeloopt. Bovenin zeer dikke grillige takken met wat bladeren. In de goed tijd hangt deze boom vol met baobab vruchten. Er zit wel een takje aan van zo’n 20 centimeter en daaraan hangt een hel grote vrucht met een soort fluwelen buitenkant en groen/ beige gekleurd. Het binnenste van de vrucht wordt gedroogd en het is goed als je last van je maag hebt. Er wordt juice van gemaakt, lekker maar voor mij te zwaar op de maag. Het is vast watermeloen tijd want overal langs de weg zie ik kraampjes met ontzettend veel watermeloenen, hoe krijgen ze die allemaal verkocht? Er rijden ontzettend veel brommertjes rond in Senegal, de meeste nog met het bubbeltjes plastic wat er omheen zat bij aankoop. Om de onderdelen van de brommer die dat toelaten beter te beschermen. Veel fruitkraampjes onderweg, ik zie papaya liggen, daar ben ik zo gek op, wie het niet kent het is een hele grote vrucht met binnenin allemaal zwarte pitjes. Buitenkant is groen als de vrucht nog niet rijp is en wordt steeds meer oranje. De smaak is zoetig maar met geen vrucht te vergelijken. Ook het vruchtvlees is diep oranje. Ik ga in Gambia weer genieten van Papaya. We komen langs een klein marktje en ik zie er een dikke stier achterlangs lopen, daarvoor staat een kind met baby op de rug (waarschijnlijk haar broertje of zusje) waar te verkopen. Ik weet niet hoeveel verkeersdrempels ik heb gezien vandaag, ik kan bijna geen bult meer verdragen, heel Senegal lijkt ervan vergeven. Als we ze moeten tellen komen we op meer dan honderd uit.