Als de wekker om 5 uur gaat, dan is het toch wel erg vroeg. Er komt een lange dag aan, we rijden vandaag echt richting de woestijn.
Ik kook water, pak mijn spullen bij elkaar, neem een douche en de auto kan weer worden ingepakt. Als ik buiten kom staat Wim-Arie ook al bij de auto, even organiseren en alles zit weer op zijn plek. Om 6 uur staat iedereen vooraan bij de receptie en de groepen kunnen vertrekken. Wij rijden vandaag met team paars mee, waar Mike Bolle die reislijder is, kunnen ons dus gewoon lekker in de groep voegen. Wat is het donker als we eenmaal Fez uit zijn, bijna geen enkele lichtvervuiling. Langzamerhand begint het licht te worden en kunnen we weer gaan genieten van de omgeving. We rijden het Atlas gebergte in en dat wordt weer genieten. Het duurt niet lang voordat we een een dorp aankomen waar de Koning zijn buitenverblijf heeft. Er komt geen eind aan de tuin rondom het buiten verblijf. Overal wacht huisjes voor de bewaking.
De huizen in dit “skiresort” zien er zeer Europees uit, als je niet beter weet denk je in Oostenrijk in of Zwitserland te zitten. En dat het hier kan sneeuwen dat kan ik me nog herinneren, tot onze knieën stonden we in de sneeuw. Er zijn zelfs slagbomen om de weg af te sluiten bij teveel sneeuw. We zitten hoog en dat voel je, maar dat kun je ook zien als we een stadje doorrijden. Ontzettend veel mannen bij elkaar op straat, allemaal heel dik aangekleed en wollen mutsen op. Waarschijnlijk staan ze te wachten op werk, dat zie je wel vaker en het gaat dan om dagloners. Ik hoop dat ze geluk hebben vandaag en een dag werk hebben. Ons uitzicht verandert steeds van weide vlaktes tot beginnende bergen, natuurlijk zie je ook de kleuren weer veranderen, het blijft mooi.
Ook al zie ik het voor de zoveelste keer. We stoppen om te tanken en koffie te drinken. De koffietent ziet er geweldig uit, als een kneipie in de bergen, helemaal met hout betimmert. Wat hebben we geluk, de zon breekt door en daar zitten we dan voor de skihut, in de zon met een café au lait. Klaas maakt het nog mooier door op Belgische bonbons te trakteren, ook het leven van een Challenger is goed. Wat er nog een schepje bovenop doet is het feit dat de toiletten super schoon zijn, dat heb ik wel eens anders meegemaakt. We stappen weer in de auto, op naar de volgende stop, mijn vriend in Kashba Jurassic Park. Altijd stop ik daar om te zien hoe het gaat en thee te drinken onder een Berner tent. Ik verheug me er nu al op. We stoppen ergens bij een bank om geld te wisselen, de banbediende vraagt aan Iekje of haar paspoort voor alle wisseltransacties gebruik mag worden anders moet hij zoveel formulieren invullen. Zo kan het ook, scheelt een hoop tijd. Ondertussen heb ik een verkoper aan mijn broek hangen, hij hoopt een centje te verdienen door fossielen te verkopen. Helaas vangt hij bot bij ons, maar we maken hem wel blij met een polo shirt. Nadat hij nog even heeft laten weten dat hij beschuit met muisjes kan zeggen en we een foto maken nemen we afscheid, tot over twee jaar. De bergen worden hoger terwijl er tussen door rijden op een platte vlakte. Zien we nou echt sneeuw op die bergtoppen, ja dat zien we. Wat een verschil, droog en dit beneden en bovenop zo’n mooie glinsterende laag. Zo meanderen we verder met de muziek van flairck aan. Wat een mooie dag!
En dan komen we aan bij Jurassic me Park, de eigenaar wordt meteen opgebeld dat wij er zijn. Wat is het toch een mooie plek, een kashba opgebouwd uit leem met kleine torentjes. Buiten een aantal Bédouine tenten, waaronder banken zonder leuningen, dus als je wilt kun je languit gaan liggen. De tenten zijn eigenlijk geen tenten maar donker grof geweven daken, die omhoog worden gehouden door ronde palen. Om die palen is mooi doek gewikkeld, wat het een mooie uitstraling geeft. Een tafel tussen de banken waaraan gegeten kan worden. We bestellen lunch en even later worden de tafels vol gezet. Pinda’s, koekjes, groene en zwarte olijven, brood omelet, olijfolie en lekkere kruiden. Niet te vergeten water, koffie en thee. We geniet van onze lunch en even later komt mijn vriend de eigenaar aangereden. Wat is het weer leuk om hem te zien en hij ziet er goed uit. Aan zijn knieën geopereerd en hij loopt weer als een kieviet. We willen weer gaan rijden maar krijgen eerst nog een flesje fris en banen met druiven. Ik beloof hem dat ik hem volgende keer bel en hij beloofd dat we dan Tajine gaan eten. We nemen hartelijk afscheid, tot 2026. In Errachidia rijden we even langs de drankwinkel, iedereen sla wat, het is hier lastig te krijgen. Vroeger had iedere Marjane ( grote supermarkt) een slijterij in de winkel, maar dat is al een aantal jaren niet meer. Je moet nu de plekjes weten en googelen is daarbij een handige assistent. Vanaf Errachidia zien we ontzettend grote palmboom plantages. Alleen is het jammer dat een heel groot deel afgebrand is drie geleden. Je ziet veel palmbomen met pikzwarte stammen als gevolg van deze brand. Toch zie je dat ze er weer bovenop komen, de palmbladeren beginnen weer groen te worden. Eindelijk komen we aan bij de zandduinen, het is weer prachtig. Goudgele duinen en het lijkt of je scheermessen ziet, zo scherp zijn de randen. Overal waar je kijkt zie ze zand, zand en zand. We hebben een grote kamer en ik heb eindelijk een tweepersoonsbed. Heerlijk voor een onrustige slaapster.
Om half acht gaan we dineren en vanavond is het “STOEL” tijd. We zetten de opblaas stoel en de opblaas microfoon klaar. Straks mogen groepsleden daar in gaan zitten en hun verhaal kwijt. Twee per groep en wat ze kwijt willen mogen ze zeggen. Het is weer leuk.