Na een snurkloze nacht ( ik heb anti-snurk Marokkaanse kruiden gesnoven) wordt ik wakker. Heerlijk geslapen, Rina en Sonja ook. Ik ben een nachtje uit wezen logeren bij de meiden. Ik ga douchen, brr ik krijg het water niet warm. Het is eigenlijk niet te geloven, midden in het zand super luxe tenten met grote bedden, zwanen gevouwen van handdoeken op het bed. Een toilet en badkamer in de tent, het is net zo luxe als een hotelkamer.
Om half acht gaan we ontbijten en wat is het weer goed verzorgd. Verse sinaasappelsap en je proeft de zon. Yoghurt, omelet uit de tajine, (voor wie niet weet wat dit is , het is een grote aardewerken schaal met een deksel erop die taps toeloop en hoog is. Zo wordt er heel veel gekookt in Marokko) brood, zoete koekjes, druiven en ga zo maar door.
Tot mijn grote schrik is Priti vannacht meegegaan met een Marokkaan (ik lieg niet) en ze is nog niet terug, ik maak me zorgen. Weet jij veel wat er met haar is gebeurd ? Vreemde man, vreemde taal en een vreemd huis. Net na het ontbijt komt Priti weer boven water en de hele groep is blij, wat moeten we zonder haar. Chantal laat me het filmpje zien van de stoel, ze heeft het van 20 minuten ingekort naar ongeveer 7 minuten en het is leuk geworden. Stipt om half negen worden we opgehaald om terug gebracht te worden naar het hotel waar onze auto’s staan.
We ruimen onze auto’s in en kunnen vertrekken, wij rijden vandaag met team groen mee. We hebben groepjes geformeerd team rood, blauw, groen en paars en iedere groep heeft een teamlijder ( nee dit is geen schrijffout) wij zitten niet in een team zodat we met iedereen mee kunnen rijden. We vertrekken, maar de auto doet raar, hij blijft in de hoge giering hangen en we kunnen niet harder dan 80 kilometer. We stoppen om te kijken of we er iets aan kunnen doen. We staan nog niet stil of er komt een auto aangereden die stopt om te vragen of hij kan helpen. En wie zit daar in? En Marokkaan die in Nederland heeft gewoond en waar ik gisteren een tijd mee heb zitten praten in de lobby van het hotel. We begroeten elkaar hartelijk en hij legt aan de groep uit dat wij broer en zus zijn. Ik moet meekomen naar de achterklep die hij open doet en hij haalt er dikke granaatappels uit, mijn armen zitten vol granaatappels, bio volgens hem. Wat weet een leuke ontmoeting! Wij gaan voorop rijden, om de snelheid aan te geven. We komen op een plek waar markt is, of beter gezegd lijkt het meer op een kofferbak verkoop. De keuze is alleen niet groot, dadels, dadels en nog eens dadels. Aan het eind zien we nog een pick-up volgepropt met kippen, het is is een triest gezicht want ze hebben amper ruimt en er liggen er een paar op apegapen. Het blijft altijd lastig om te zien hoe ze in Afrika met dieren omgaan. Ik kan het niet veranderen, dus moet ik het accepteren. We gaan tanken en drinken een overheerlijke koffie, krijgen er een flesje water bij. Een heerlijk terrasje, simpel en goed. Lenie heeft haar telefoonnummer aan een Marokkaan gegeven en de appjes stromen binnen. Een advies geef nooit je telefoonnummer! We rijden weer verder en om ons heen zie je overal kleine zandachtige heuveltjes, alsof er een reuzenmol aan het werk is geweest. Het is ongelooflijk hoe snel de natuur verandert, van vlak naar molshopen grauw/grijze kleuren, naar rotsachtige bergen geel bruin gekleurd. Aan de andere kant een bergmassief vrij afgevlakt en een prachtige bijna oranjeachtige kleur.
We zien veel huizen die nog lang niet zijn afgebouwd maar waar wel gewoond kan worden op de benedenverdieping, dat zie je trouwens in heel Marokko. Er wordt verder gebouwd als er weer geld is. De pilaren voor de boven verdieping staan er dan al wel op, de betonijzer steekt er dan uit. We worden omgeleid door een klein straatje, kinderen zwaaien en lopen met de auto mee in de hoop iets van ons te krijgen. We geven niets ook al klinkt dat hard. Je kweekt bedelaars door er aan toe te geven. In Mauritanië hebben we daar last van, ze worden boos en gooien stenen als ze niets krijgen. In vergelijking met andere jaren zie je dat het veel heeft geregend. Stukken met plassen water en stukken groen begroeid. In dit gebied heeft de regen veel overlast gegeven. We rijden weer door een stadje en zoals overal zie je piepkleine winkeltjes, vaak volgepropt met datgene wat ze verkopen. Levensmiddelen, gereedschap, verf, kleding enz. Vaak zitten er mannen voor het winkeltje te wachten op klandizie. Het zijn altijd de mannen die de winkels runnen, hetzelfde geldt voor de restaurants. Ook de keuken wordt gerund door mannen, ik denk dat de vrouwen thuis achter het aanrecht staan. We eten in de auto een gebakje en dan denk je aan een stukje taart, maar ons gebakje betekent een pepermuntbal tezamen met een dropje, heerlijk. We rijden richting de kloof voor ons uit de hoge rotsachtige bergen van de hoge Atlas. Zo mooi.