Wat een nacht, o wat een nacht! Na een gezellige avond kruip ik mijn piepkleine tentje in en de kou slaat als een deken om mij heen. Mijn tentje is enkeldaks en dat merk ik, ik kleed me niet uit want het voelt wel heel erg koud aan. Na wat gestoei met mijn slaapzak en mijn fleece-deken lig ik dan. Mijn lekkere kussentje kan ik niet gebruiken want die voelt keihard aan, ik heb dan nog niet door dat het vriest. O wat heb ik het koud en dat blijft maar doorgaan. Her en der hoor ik gesnurk en af en toe luidruchtige naweeën van het eten van capucijners. De klok tikt door en ik wordt steeds kouder en kouder en kouder. Ik moet er ook nog tig keer uit om het toilet te bezoeken en ook dat loopt verkeerd af. Probeer je eens uit een hele kleine tentopening te wurmen terwijl je nodig moet. Afijn ik loop nu in een lange broek van Threes. Als ik weer naar het toilet moet en ik nog steeds niet heb geslapen is het al zes uur. Dat wordt wat vandaag. De ramen van de auto zijn bevroren en op de tent en de kampeerspullen staat een laagje ijs. We krijgen de boel nauwelijks afgebroken want we hebben zulke verschrikkelijk koude handen. Maar goed gewoon doorgaan en uiteindelijk zit alles weer in de auto. Als we daarna onze handen onder de warme kraan houden beginnen ze zelfs te tintelen, het gevoel van toen ik een klein kind was komt weer terug. Ton Mooijman heeft een prachtig tentje gekocht maar hoe krijg je zo’n werptent weer goed in elkaar? Nadat iedereen zich er mee bemoeit heeft zonder oplossing wordt de tent zo goed en zo kwaad als het kan in de auto gepropt. Koffie!!!!! We komen allemaal rillend binnen en dan is warme koffie een grote traktatie. Het is onduidelijk of er nu wel of niet brood is en uiteindelijk besluiten we maar te gaan rijden. Het is -3,5 graden als we vertrekken. We zitten rillend in de auto want onze kachel doet het niet optimaal en we zijn tot op het bot toe verkleumd. Na een poosje stoppen we voor een ontbijt en het blijkt dat iedereen van tem geel het nog steeds koud heeft. Maar dan een stokbroodje met warme bacon en kaas we knappen er echt van op. De laatste kilometers van het grote stuk in Europa worden vandaag gereden. De natuur is weer zeer afwisselend, in het begin scharrelen er allemaal lichtbruine kleine vogeltjes op de weg die pas wegvliegen als je heel dicht bij komt. Zo schattig om te zien. We denken dat ze de warmte van het asfalt zoeken maar weten het niet zeker. Al snel komen de olijvengaarden in zicht en er komt geen einde aan. Ik vraag me af en toe af hoe hoog men kan komen om de olijven te plukken. Die bomen staan soms op de meest onmogelijke plekken, op steile hoge stukken gebergte. Tussen de olijven komen ook de sneeuwtoppen in zicht van de wat hogere bergen, fantastisch dat contrast tussen het groen, de rotsachtige omgeving en de witte sneeuw. Zo rijden we maar door, op naar hopelijk warmere temperaturen. We hebben één geluk in Sotogrande slapen we in een hotel, o wat zal ik vannacht lekker slapen. Als we aankomen in Sotogrande zijn er al een aantal teams die staan op de parkeerplaats van het hotel, muziekje en biertje er bij de gezelligheid spet er van af. Wij als “Oudjes” kiezen voor het achterterras, even zitten en de dag bespreken. We zijn er zuid Spanje, morgen over naar Marokko. We hebben een briefing over de dag van morgen en er moet nog gegeten worden, Threes en ik maken een sliertensoep, nou ja we koken water. Het smaakt goed, als je reist veranderen dingen toch gauw. Straks de tickets kopen voor de boot en vroeg naar bed, we hebben morgen de eerste boot.