Het is weer inpakken geblazen en we zijn redelijk snel klaar. We drinken buiten een koffie en bellen Gooitske, hieperdepieperdepiep lieverd en een hele fijne dag. Daarna rekenen we af en stappen weer in de auto. Weer een aantal kilometers op weg naar Gambia, want dat is tenslotte het land waar we deze tocht voor hebben opgezet. Als we bij een rotonde wachten op Ruud en Rian stoppen er een aantal auto’s en ik zie mensen uitstappen. Ze lopen naar de bus en staan te praten met Jaco, Johan en Robert. Wat blijkt zij zijn van de lokale Rotaryclub uit Taroudant en zijn op weg met dozen kleding om uit te delen aan mensen in de bergen. Ze zijn zeer geïnteresseerd en vinden ons project geweldig. We nemen een gele weg richting Tata en rijden alweer een prachtige route door de bergen. De wegen zijn smal maar goed te doen en om ons heen blijven zoals dagelijks de kleuren en het landschap veranderen. Wat is het toch ongelooflijk, dat we iedere keer nieuwe rots structuren zien. Bergtoppen alsof er met de slagroom een toefje op is gespoten. Bergen waarvan het lijkt alsof er harten in zijn gekerfd. Op een vlak stuk ineens een grote bruine bolus die uit het niets omhoog is gekomen. Heuvels, bergen rood, bruin, geel, grijs, blauw, mixen van goud-geel, rood-bruin, vleugjes blauw erdoor, strepen, kringen, uithollingen, uitstulpingen, mooi, mooi, supermooi. Ik rij het eerste stuk, bocht na bocht, na bocht en na de koffiepauze neemt Wim-Arie het stuur over. Ik duik achter in de auto zodat Laura ook een mooi uitzicht heeft, die heeft nog wat in te halen. Laura navigeert en dat gaat al vrij snel mis, we nemen de verkeerde afslag en belanden midden op de plaatselijke markt. Rustig aan rijden en we komen er doorheen, daarna de verkeerde weg op. Nou dat beloofd wat, in ieder geval een PPGtje voor Laura maaaaaaaaaaaaaaaar misschien moeten we het maar door de vingers zien. Ze heeft de mooiste route tot nu toe uitgekozen, we rijden door oases en midden tussen de palmbomen door. De weg slingert langs de rivierbedding van een hele grote droge stuifrivier en we volgen de rivier. Regelmatig onder een bomen-dak van palmbomen wat geweldig om te zien. Natuurlijk zien we daaronder tuintjes want onder het palmbladen dak groeit het goed. We zien veel vrouwtjes op ezeltjes, vaak hebben ze rode hoofddoeken op en de ezel is bijna altijd bepakt met groene bladeren. Dorpjes met ingestorte huisjes, dat zijn vaak de huisje die gemaakt zijn van de bruine aarde met stro erdoor. Wat je ziet bij de nieuwe huisjes is blokjes cement die blokje voor blokje met de hand gemaakt worden. De nieuwe huizen zijn vaak wel bewoonbaar, maar aan de buitenkant zie je gewoon alleen maar grijze blokjes. Een compleet ander gezicht dan de aarde kleurige hutjes van vroeger. We slingeren maar door het landschap en genieten met zijn drieën, wat een feest vandaag. We zoeken al een poosje naar een schaduwplek waar we kunnen lunchen, dat is niet makkelijk want de omgeving wordt steeds kaler, minder groen en minder bomen. Maar uiteindelijk vinden we een stekelboom met een groot dak van stekels en wat groen, daaronder kunnen we lekker lunchen. We zitten in een beetje schaduw en maken soep uit een pakje, er hoeft alleen maar water bij, en eten brood. Ik moet even naar het toilet en zoek een struik, heerlijk zo’n schoon toilet! We rijden weer verder en komen na een paar uur aan in Icht op camping Borj Birjamane, wow midden in de woestenij een camping met wat kamertjes waarin alleen maar bedden staan, maar het is goed. Het is hier bloedheet, bijna 40 graten dus we zijn blij dat we het zwembad in kunnen, nou ja zwembad! We kunnen er maar met weinigen in maar het is wel heel erg lekker en het bubbelt ook nog. We hebben nog zo gezegd, géén bommetje, maar daar houdt natuurlijk lang niet iedereen rekening mee. Wat lekker in deze hitte en desolate omgeving in zo’n klein paradijsje terecht te komen.
Er was gezegd dat er geen plaats meer over was en we alleen nog maar konden kamperen maar er zijn nog wat eenvoudige hutten beschikbaar. Wij slapen met Yvonne en Gea in een simpele hut, douchen en toiletteren moet in het toiletgebouw, geen punt. Ik moet nog even aan het werk om a’ het geld wat betaald moet worden in te zamelen, ik maak er maar ven een Exel staatje van. Diner, petit dejeuner en slapen op de camping of in een bed. We innen het geld en gaan aan het diner. Vandaag is het stoelmomentje aangebroken. We hebben een groen opblaasstoel en een groen grastapijtje daaronder en als je in de stoel plaats neemt mag je delen wat je wilt, maar het wordt wel gefilmd. Nou iedereen staat er voor in de rij! We krijgen de eigenaar van Borj Birjamane zover dat hij ook in de stoel ga zitten als is het dan wel bij mij op schoot. Herman zit ook op zijn gemak in de stoel, maar dat veranderd al snel als hij achterover duikelt, de stoel is nu eenmaal niet zo stabiel. Er is een Spaanse rallyploeg waarvan de eigenaar al eerdere keren Paris – Dakar heeft gereden. Ook hem krijgen we in de stoel voor een interview. Gea doet ontzettend haar best om de microfoon er goed bij te houden, hiervoor wordt de zwarte kwast voor het schoonmaken van de thermoskan gebruikt. Yvonne is de cameravrouw en Tineke stelt zo af en toe een vraag. Het kan gewoon niet anders dan dat er straks een top film uit voort komt. We eten een heerlijke soep en daarna tajine met schaap, heerlijk. Ook de ober krijgen we nog even zover dat hij in de stoel plaats neemt en hij groeit met de minuut van trots, Wat moet hij lachen. Ik besluit niet te laat naar bed te gaan. En loop met Jaco naar mijn hut, hij kan zijn tent niet meer vinden dus wijs ik hem even de weg. Naar bed, maar wat is het heet in die hut. Ik ga boven op mijn handdoek liggen, het is bloedheet. Dat blijft de hele nacht zo en er vinden nog wat de decibelsituaties plaats waardoor Yvonne in de auto is gaan slapen. Wat ben ik vaak wakker, ik ben blij als we uit bed kunnen stappen en naar het toiletgebouw kunnen lopen.